[vc_row][vc_column]
Het maakt nieuwsgierig om een talent te zien oprijzen uit het kaf van de middelmaat. De vraag dringt zich dan op: hoe zal dat talent zich ontwikkelen? Bij Marlies Schultheis is die vraag voor een deel al beantwoord. De prille beloftes die in de veelbelovende eerste streken van het penseel opvielen, hebben zich artistiek vertaald in subtiele stillevens.
Haar talent is vakkundig tot wasdom gebracht door haar artistieke leermeester, de schilder Poen de Wijs, en haar eigen groeiend zelfvertrouwen. De eerste vruchten aan de boom van haar professionele ambities groeien steeds hoger boven de schutting uit. Ze kunnen sinds kort geplukt worden voor ieder die er oog voor heeft en de smaak ervan weet te waarderen. Zij vond gelukkig eindelijk de tijd rijp om met haar kunst naar buiten te komen. Daar was heel wat overredingskracht voor nodig. Zij had de schutting om de tuin van haar talent uit onnodige bescheidenheid nogal erg hoog opgetrokken. Dat zie je vaak wel anders in de wereld van de schone kunsten.
Er zijn, vooral in Nederland, weinig genres in de kunst waar de Olympus zo dicht bevolkt is met goden, (en zij die daarvoor door willen gaan), dan bij het stilleven. Vanaf de Gouden Eeuw tot nu toe, is het er dringen om voorrang. Om op te vallen door kwaliteit en de lauwerkrans van waardering op het hoofd te krijgen moet je heel wat presteren. En dat doet Marlies Schultheis. Het genre is bij haar in goede handen. Zij heeft de traditie opgepakt omdat die haar aansprak en wist te boeien. Ondanks, of wellicht dankzij, al die groten die haar op dit terrein waren voorgegaan. De concurrentie is er hevig, maar steeds herkenbaarder weet zij zich er te onderscheiden.
Vele kunstenaars worden als talent geboren en zullen vervolgens helaas altijd als talent door het leven gaan, daar blijft het dan bij. Ik zou me erg vergissen als dat bij Marlies het geval zou zijn. Ik ga daar ook niet van uit. Ik voorspel hogere koersen in haar artistieke ontwikkeling. Die opgaande lijn zal door kunnen lopen naar de mate waarin zij er in slaagt om in het door haar gekozen welbekende genre steeds meer een eigen weg te vinden. Een bloem, een kannetje, een vaas, het dressoir waarop die objecten zich bevinden, de volgorde waarin ze staan, ze zullen steeds meer haar handtekening en haar persoonlijke bezieling moeten krijgen. Wandelend op een kunstbeurs in binnen- of in buitenland zou ik aan mijn vrouw willen kunnen zeggen: hé, heb je dat gezien, daar hangt een Marlies Schultheis! Zij zal ons daarin, hopen en verwachten wij, niet teleurstellen.
Ten aanzien van mijn leerlingen is mijn motto al vele jaren: “een goede tekenleraar gumt zichzelf uit.”
Marlies Schultheis is een van mijn meest talentvolle leerlingen. Een vrouw met handige handjes met oog voor detail, met gedrevenheid en met doorzettingsvermogen, allemaal eigenschappen die je als schilder van het realisme nodig hebt.
Maar weinigen realiseren zich dat nergens in de wereld zó perfect realistisch stilleven wordt geschilderd als in Nederland. Het is een schildergenre dat in de 16e en 17e eeuw in Nederland is ontwikkeld, in eerste instantie om bijzondere verzamelingen die mensen hadden opgebouwd vast te leggen. In later tijd ontwikkelde het stilleven zich als een zelfstandig onderdeel van de kunst en sommige kunstenaars gingen zich daarop specialiseren. In Nederland is meer dan waar ook ter wereld dit specialisme behouden en verder ontwikkeld ondanks alle moderne invloeden uit de 20e eeuwse kunst. In de hedendaagse Nederlandse galeries komt men heel veel realistisch geschilderde stillevens tegen. Voor goed geschilderd werk is een grote internationale markt.
Marlies Schultheis past helemaal in de traditie van het realistische stillevenschilderen. Het vak heb ik haar gedurende de afgelopen jaren bijgebracht. Langzaam maar zeker heeft zij met haar grote talent al mijn aanwijzingen en tips tot zich genomen en verwerkt. Zij is gegroeid vanuit het amateurisme en is langzaam maar zeker haar professionele ambities waar gaan maken. Marlies is zeker nog niet uitontwikkeld, maar ik kan wel constateren dat ik mijzelf, in haar geval, bijna heb uitgegumd…